Deze wifi router-instellingen moet je meteen veranderen voor je veiligheid
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.want.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F05%2Fphoto-1681321570365-df53da7dbaa2.jpg)
Een nieuwe wifi-router in huis betekent niet meteen veilig internet. Even een paar instellingen nalopen en je netwerk is een stuk beter beschermd.
Als je net een nieuwe wifi-router hebt aangesloten, wil je vaak meteen online gaan. Logisch, want je hebt vast geen zin om meteen de instellingen in te duiken. Maar die standaardinstellingen zijn vaak allesbehalve veilig. En voor je het weet zit je met een traag netwerk, vreemde apparaten die ineens verbinding maken of nog erger.
Gelukkig is dit allemaal goed te voorkomen. Door een paar simpele instellingen aan te passen, geef je je netwerk een flinke beveiligingsboost. Het kost je hooguit een kwartiertje en je hoeft er echt geen IT’er voor te zijn.
Deze instellingen maken je wifi-router stukken veiliger
Of je nou een nieuwe wifi-router hebt of al jaren met dezelfde doos werkt: deze instellingen kun je altijd aanpassen. Het maakt echt uit voor de veiligheid van je netwerk. Niet alles in deze lijst werkt bij elke router, maar hoe meer van deze tips je afvinkt, hoe veiliger je bent.
#1 Weg met het standaardwachtwoord
Vrijwel elke router komt uit de doos met een standaard gebruikersnaam en wachtwoord. Denk aan iets als “admin/admin” of “admin/1234”. Handig voor de installatie, maar rampzalig voor je veiligheid. Iedereen die daar bekend mee is, kan in theorie inloggen op jouw router. En geloof maar dat hackers dat op grote schaal proberen.
Verander daarom meteen het beheerderswachtwoord in iets sterks en unieks. Dit is dus niet je wifi-wachtwoord, maar het wachtwoord dat je gebruikt om in de instellingen van de router te komen. Zet het ergens veilig weg en je bent meteen een stuk minder kwetsbaar.
#2 Firmware updaten op je router
Firmware is de interne software van je wifi-router. Net als bij je telefoon of laptop komen daar updates voor uit, vaak om gaten in de beveiliging te dichten. Het loont dus om meteen even te checken of je router up-to-date is. Vooral als hij al even op de plank lag.
Sommige routers geven zelf een seintje of regelen het via een app. Andere vragen wat meer handwerk: even naar de website van de fabrikant en de nieuwste firmware downloaden. Hoe dan ook, het is echt de moeite waard. Je maakt het hackers een stuk moeilijker én soms krijg je er nog nieuwe functies bij.
#3 Geef je wifi een nieuwe naam (en een goed wachtwoord)
Veel routers hebben als netwerknaam (SSID) iets als “TP-Link_3F9A” of “Ziggo1234”. Die namen geven meteen weg welk type router je gebruikt, en dat maakt het makkelijker om gericht aan te vallen. Het is daarom beter om een unieke netwerknaam te kiezen die niks verraadt. “VillaInternet” of “HuisVanWifi” mag gerust, zolang het maar iets anders is dan de standaard.
Ook je wifi-wachtwoord verdient wat aandacht. Kies iets lang en sterks, bij voorkeur een zin of combinatie van woorden die niet voor de hand ligt. Hoofdletters en speciale tekens zijn prima, maar vooral de lengte maakt het sterk. Vermijd rare tekens in de SSID of het wachtwoord. Sommige apparaten kunnen daar slecht tegen.
#4 Gebruik de beste versleuteling die beschikbaar is
Als het goed is, staat je router ingesteld op WPA3. Dat is de nieuwste en veiligste manier om je wifi te versleutelen. Is WPA3 niet beschikbaar, dan is WPA2-AES nog steeds een prima keuze. Alles daaronder, zoals WEP of WPA-TKIP, kun je beter links laten liggen. Die zijn makkelijk te kraken.
In de instellingen kun je dit meestal makkelijk aanpassen. Even checken dus. Als je oudere apparaten hebt die moeite hebben met WPA3, kun je vaak een gemixte modus aanzetten (WPA3 + WPA2).
#5 Zet overbodige functies uit
Veel routers hebben handige functies die in de praktijk vooral onnodige risico’s opleveren. Extern beheer via WAN, bijvoorbeeld. Daarmee kun je je routerinstellingen aanpassen vanaf buiten je netwerk. Klinkt handig, maar is in 99% van de gevallen overbodig. En het is een uitnodiging voor online inbrekers.
Ook UPnP (Universal Plug and Play) en WPS (Wi-Fi Protected Setup) zijn van die functies die ooit bedoeld waren voor gemak, maar tegenwoordig vooral een beveiligingsrisico vormen. WPS maakt verbinding via een pincode mogelijk. Dat is misschien snel, maar makkelijk te kraken.
UPnP laat apparaten automatisch poorten openen, wat voor gekke situaties kan zorgen. Als je deze opties tegenkomt in de instellingen, zet ze dan snel uit.